Het slachtoffer was op 23 juli 2021 aan de slag op een veld met ijsbergsla in Vlamertinge. Met een schaafmachine was de gepensioneerde landbouwer onkruid van tussen de gewassen aan het verwijderen. Op een bepaald moment raakte hij bij het verlaten van de tractor een hendel, waardoor de machine toch weer in gang schoot. Voor de zeventiger kwam alle hulp te laat.
Het arbeidsauditoraat kwam tot de conclusie dat de zelf geknutselde schaafmachine absoluut niet aan de veiligheidsvoorschriften voldeed. Bovendien bleek het slachtoffer niet gemeld te zijn bij de RSZ. "Ik stel mij dan ook vragen bij de mentaliteit van de beklaagde", aldus arbeidsauditeur Sofie Heyndrickx. De zoon van de Vlamertingenaar liep immers op zijn spruitjeskwekerij al tegen de lamp voor zwartwerk en huisjesmelkerij. In die omstandigheden werden voor het arbeidsongeval 16.000 euro boete en tien maanden cel gevorderd, eventueel met uitstel. Voor zwartwerk hing hem nog eens 4.800 euro boete boven het hoofd.
De verdediging betwistte de feiten niet, maar benadrukte dat de beklaagde en het slachtoffer zich nooit vragen stelden bij de eventuele gevaren van de machine. Daarnaast werd opgemerkt dat de tewerkstelling van de zeventiger door een vergetelheid slechts eenmalig niet gemeld werd bij de sociale zekerheid. In die omstandigheden drong de verdediging aan op opschorting van straf.
"Ik ben een vriend verloren. Dat is het zwaarste wat mij betreft", zei de Vlamertingenaar in zijn laatste woord. De rechtbank gaf de beklaagde opschorting van straf voor het arbeidsongeval en de veiligheidsinbreuken. Voor zwartwerk kreeg hij 4.800 euro boete, waarvan de helft met uitstel.
