Overslaan en naar de algemene inhoud gaan

Waterkwaliteit in West-Vlaamse landbouwgrond verbetert onvoldoende

Waterkwaliteit in West-Vlaamse landbouwgrond verbetert onvoldoende

Nieuws
24/12/2022

Sinds 1999 voert de VMM regelmatig metingen uit op verschillende plaatsen om het effect van de Vlaamse mestplannen op te volgen, die de concentratie meststoffen beperken in onze landbouwgrond. Een slechte grond- en oppervlaktewaterkwaliteit maakt het moeilijk om drinkwater van het grondwater te maken. Op basis van de Europese richtlijn werden daarom grenswaarden vastgelegd voor nitraat en fosforaat in de bodem.

Doelstellingen niet gehaald

Momenteel worden de doelstellingen van het mestbeleid nog niet gehaald. Vorige winter werd op 22 procent van de meetpunten minstens één keer te veel nitraat vastgesteld in het oppervlaktewater. Dat is minder dan de vorige jaren, toen dat aandeel rond de 30 procent schommelde. Het overschrijdingspercentage is nu ongeveer even hoog als in 2013-2014. Vooral West-Vlaanderen en het noorden van de provincies Antwerpen en Limburg doen het niet goed. Ook de rivierbekkens van de IJzer, Leie en Maas scoren slecht. 

Voorzichtige verbetering

De voorzichtige verbetering ten opzichte van de voorgaande jaren is te wijten aan het gunstige weer. Tussen 2017 en 2020 kampten landbouwers met lange periodes van droogte tijdens het groeiseizoen. De zomer van 2021 was net de natste sinds het begin van de metingen, waardoor nitraatconcentraties werden verdund. Ook konden gewassen goed groeien en meer stikstof opnemen uit de bodem.

Auteurs: 
Belga - Thomas Soen